Screens op iOS biedt twee cursorbesturingsmodi: Touch Mode en Trackpad Mode. Het ondersteunt ook andere gebaren.
U kunt uw voorkeursmodus instellen in de app-instellingen onder Controls > Virtual Cursor Mode.
Touch Mode
Standaard gebruikt Screens aanraakgebaren om uw externe computer te bedienen. Met Touch Mode zorgt Screens ervoor dat de externe cursor wordt verplaatst, zodat u dat niet hoeft te doen.
Als u de externe cursor liever verplaatst zoals u dat met een muis of trackpad zou doen, kunt u in plaats daarvan Trackpad Mode inschakelen.
Basisgebaren voor aanraakmodus
Deze gebaren worden vertaald naar muisopdrachten en naar de externe computer verzonden:
|
Tik om te klikken. |
|
Dubbeltik om te dubbelklikken. |
|
Tik met twee vingers voor een secundaire klik (rechtermuisknop). |
|
Tik met drie vingers voor een middelste klik. |
|
Scroll met twee vingers verticaal of horizontaal. |
|
Houd één vinger ingedrukt totdat een blauwe indicator verschijnt om vensters en bestanden te slepen, tekst te selecteren, enz. 1 |
|
Houd twee vingers ingedrukt totdat een rode indicator verschijnt om een secundaire klik (rechtermuisknop) uit te voeren. 2 |
1 In Screens 5.3 en eerder verschijnt de indicator paars.
2 Beschikbaar in Screens 5.4 en later.
Trackpadmodus
Als u de cursor liever verplaatst zoals u dat met een muis of trackpad zou doen, schakelt u Trackpadmodus in de app-instellingen in, onder Meer instellingen.
Basisgebaren voor aanraakmodus
Deze gebaren worden vertaald naar muisopdrachten en naar de externe computer verzonden:
|
Tik om te klikken. |
|
Dubbeltik om te dubbelklikken. |
|
Tik met twee vingers voor een secundaire klik (rechtermuisknop). |
|
Tik met drie vingers voor een middelste klik. |
|
Scroll met twee vingers verticaal of horizontaal. |
|
Houd één vinger ingedrukt totdat een blauw signaal verschijnt om vensters en bestanden te slepen, tekst te selecteren, enz. 1 |
|
Houd twee vingers ingedrukt totdat een rode indicator verschijnt om een secundaire klik (rechtermuisknop) uit te voeren. 2 |
1 In schermen 5.3 en eerder wordt de indicator paars weergegeven.
2 Beschikbaar in schermen 5.4 en later.
Andere ondersteunde gebaren
App-gebaren
Deze gebaren werken samen met de app:
|
Dubbeltik met twee vingers om in of uit volledig scherm te gaan (onderste werkbalk verborgen). |
|
Knijp in of uit om het scherm in te zoomen. |
Gebaren aan de rand van het scherm
Om deze gebaren uit te voeren, veegt u in een rechte lijn van de randen van uw apparaat naar het midden. Gebruik deze gebaren voor:
|
|
Opmerking: Wanneer het toetsenbord van het apparaat zichtbaar is, voert u het veeggebaar omhoog uit over de snelkoppelingenwerkbalk.
Hot Corners-gebaren
Hot Corners zijn acties die worden geactiveerd wanneer u uw muiscursor naar een hoek van uw Mac-scherm beweegt. U kunt Hot Corners instellen in Systeemvoorkeuren → Bureaublad en schermbeveiliging → Hot Corners.
|
Om een Hot Corner te activeren, veegt u eenvoudigweg vanaf een hoek aan de rand van het scherm. Screens zorgt ervoor dat de cursor naar die hoek wordt verplaatst. |
Swipe-gebaren met drie vingers
Net als bij het gebruik van uw Magic Trackpad! Screens stuurt bijbehorende sneltoetsen voor deze acties. Standaard gebruikt Schermen de standaardsnelkoppelingen van macOS:
|
|
Als u andere snelkoppelingen dan deze hebt in Systeemvoorkeuren → Toetsenbord → Snelkoppelingen, kunt u deze instellen op wat hierboven wordt voorgesteld of Schermen Connect installeren op uw Mac. Schermen Connect zorgt ervoor dat de juiste sneltoetsen naar Schermen worden verzonden, zodat u zich daar geen zorgen over hoeft te maken. Bovendien maakt het het eenvoudig om verbinding te maken met uw Mac wanneer u weg bent. Zie Installing Screens Connect for macOS voor meer informatie.